ATEX richtlijn
Magneetsystemen staan vaak in een ruimte waarin een stofexplosie plaats kan vinden. Dit betekent dat het magneetsysteem zelf uiteraard ook geen ontstekingsbron mag zijn. Een extern gecertificeerd kwaliteitsborgingssysteem (ATEX Production Quality Assurance Notification) is een vereiste voor fabrikanten van ATEX apparatuur. Goudsmit heeft als één van de weinigen in de magneetindustrie deze certificering in huis.
Magneten voor toepassing in explosiegevaarlijke omgevingen
De ATEX richtlijn (ATEX: ATmospheres EXplosibles) is een Europese regelgeving die als doel heeft een hoog beschermingsniveau te waarborgen voor werknemers en voor de omgeving waar een explosieve atmosfeer aanwezig is of kan zijn.
ATEX Richtlijn 2014/34/EU is bestemd voor de fabrikanten van apparatuur en beschrijft de vereisten voor het ontwerpen, fabriceren en op de markt brengen van apparatuur en beveiligingssystemen die bedoeld zijn voor gebruik in potentieel explosieve omgevingen. De richtlijn biedt een leidraad, evenals normen om ervoor te zorgen dat apparatuur geen ontstekingsbron kan vormen en veilig gebruikt kan worden in explosieve omgevingen.
Richtlijn 1999/92/EG is bestemd voor de gebruikers en dient ter bescherming van werknemers tegen de risico’s waaraan ze aan blootgesteld worden in explosieve omstandigheden op de werkplek. De richtlijn vereist van werkgevers dat ze de potentiële risico's beoordelen en beheersen, passende veiligheidsmaatregelen nemen en werknemers adequaat instrueren.
Binnen ATEX wordt onderscheid gemaakt tussen gas- en stofomgevingen. Veel magnetische separatietoepassingen vinden plaats in stofomgevingen.
Ruimtes waar explosiegevaar heerst, worden verdeeld in verschillende zones, afhankelijk van de frequentie van potentieel explosieve omstandigheden. We verdelen apparatuur geschikt voor gebruik in ATEX zones in drie categorieën: 1, 2 en 3. Deze komen overeen met beschermingsniveaus: zeer hoog, hoog en normaal.
Stofexplosies voorkomen
Preventieve maatregelen tegen het ontstaan van stofexplosies
Magneten en metaaldetectoren kunnen ingezet worden om mechanische vonken en daarmee stofexplosies te voorkomen. Zie daarover hieronder een stukje uit:
'Dossier Silobranden/stofexplosies-Inleiding' van het NIFV (Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid)
Er zijn een aantal maatregelen te nemen die de kans op een stofexplosie verkleinen:
- voorkomen van mechanische vonken en statische elektriciteit
- temperatuurbeveiliging of toerentalbewaking op machines
- handhaven van lage stofconcentraties
- voorkomen van stofontwikkeling en -afzetting
- inertiseren door stoftoevoegingen
- inertiseren door gastoevoegingen
- het gebruik van een automatische blusinstallatie
- het voorkomen van broei
Mechanische vonken kunnen voorkomen worden door het bulkgoed bij aankomst met behulp van zeven, magneten en metaaldetectoren te controleren en ongewenste voorwerpen te verwijderen.